SV | Maar gijlieden zegt: Waarom draagt de zoon niet de ongerechtigheid des vaders? Immers zal de zoon, [die] recht en gerechtigheid gedaan heeft, [en] al Mijn inzettingen onderhouden, en die gedaan heeft, gewisselijk leven. |
WLC | וַאֲמַרְתֶּ֕ם מַדֻּ֛עַ לֹא־נָשָׂ֥א הַבֵּ֖ן בַּעֲוֹ֣ן הָאָ֑ב וְהַבֵּ֞ן מִשְׁפָּ֧ט וּצְדָקָ֣ה עָשָׂ֗ה אֵ֣ת כָּל־חֻקֹּותַ֥י שָׁמַ֛ר וַיַּעֲשֶׂ֥ה אֹתָ֖ם חָיֹ֥ה יִחְיֶֽה׃ |
Trans. | wa’ămarətem madu‘a lō’-nāśā’ habēn ba‘ăwōn hā’āḇ wəhabēn mišəpāṭ ûṣəḏāqâ ‘āśâ ’ēṯ kāl-ḥuqqwōṯay šāmar wayya‘ăśeh ’ōṯām ḥāyōh yiḥəyeh: |
Maar gijlieden zegt: Waarom draagt de zoon niet de ongerechtigheid des vaders? Immers zal de zoon, [die] recht en gerechtigheid gedaan heeft, [en] al Mijn inzettingen onderhouden, en die gedaan heeft, gewisselijk leven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar gijlieden zegt: Waarom draagt de zoon niet de ongerechtigheid des vaders? Immers zal de zoon, [die] recht en gerechtigheid gedaan heeft, [en] al Mijn inzettingen onderhouden, en die gedaan heeft, gewisselijk leven.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!